Deel artikel

Gaatje in tand? Lees hier alles wat je moet weten.

gaatje in je tand of kies

Je tanden voelen prima, tot dat ene moment. Een kort, scherpe steek bij het drinken van iets kouds.

Of misschien een vage zeur die zomaar opkomt en weer verdwijnt.

En dan begint het: twijfel, gegoogel, misschien zelfs een beetje paniek. Heb ik een gaatje? Wat nu?

In deze blog lees je alles wat je écht moet weten over gaatjes in tanden en kiezen, van hoe ze ontstaan tot hoe je ze herkent, wat je eraan kunt (en moet) doen, en hoe je voorkomt dat ze terugkomen.

Gaatjes in tanden en kiezen

Gaatjes zijn één van de meest voorkomende tandproblemen. Toch bestaan er nog steeds veel misverstanden over. Wat is het precies? Hoe ontstaan ze?

En belangrijker nog, kun je er iets tegen doen voordat je in de tandartsstoel belandt? In dit deel leggen we uit wat het nu écht is en wat er precies gebeurt in je mond voordat het zover komt.

Wat is een beginnend gaatje in je tand of kies?

Een gaatje, ook wel cariës genoemd, is een beschadiging van je tand of kies die ontstaat wanneer het glazuur wordt aangetast. Dit is de harde beschermlaag aan de buitenkant van je gebit.

Zodra die laag verzwakt raakt, kunnen bacteriën doordringen tot het onderliggende tandbeen. Daar begint het echte probleem.

Wat eerst een kleine beschadiging lijkt, kan zich snel ontwikkelen tot een diepe infectie, met alle gevolgen van dien. Het vervelende is: je merkt het niet altijd meteen.

Nalatigheid in mondverzorging kan leiden tot schade aan het dieper gelegen tandbeen, wat kan resulteren in de snelle ontwikkeling van schade in kiezen of tanden.

Het ontstaan van gaatjes (cariës)

In je mond leven bacteriën. Dat is normaal. Maar zodra deze bacteriën suikers uit voeding en drank omzetten in zuren, ontstaat er een zuur milieu dat het tandglazuur aantast. Elke keer als je iets eet of drinkt, vooral iets met suiker of zetmeel, ontstaat er een zuuraanval die ongeveer een halfuur aanhoudt.

Normaal herstelt je speeksel dat zuur, maar bij te veel aanvallen of te weinig bescherming ontstaat er schade. En die schade leidt uiteindelijk tot een gaatje. Het begint dus bij een chemisch proces, niet bij een boor. Het is belangrijk om te begrijpen hoe dit ontstaat, vooral in de vroege stadia waarin het nog niet voelbaar is, zodat je tijdig actie kunt ondernemen.

De onomkeerbaarheid van een gaatje

In een heel vroeg stadium: ja. Als de schade beperkt blijft tot het glazuur en er nog geen daadwerkelijke opening is ontstaan, kan het proces worden gestopt of zelfs deels hersteld. Dit heet demineralisatie en remineralisatie.

Beginnende gaatjes, gekenmerkt door verkleuring en vlekken, zijn nog omkeerbaar met goede mondverzorging. Fluoridehoudende tandpasta helpt hierbij, net als een goede mondhygiëne en het beperken van suikerrijke tussendoortjes.

Maar let op: zodra het tandbeen is aangetast, is er geen weg terug. Dan is vullen de enige optie. Wachten is dan niet slim, een klein gaatje wordt zelden vanzelf kleiner.

Een gaatje zien of voelen

Het begint klein en zit meestal op plekken waar je het niet zomaar opmerkt: tussen kiezen, net onder het tandvlees, of diep in een groef. Je voelt meestal pas iets als het tandbederf dieper doordringt. Denk aan een zeurend gevoel bij kou of zoet, of een scherpe pijn bij het bijten. In het beginstadium is dit zelden zichtbaar in de spiegel. Wat je wél kunt merken, is een verkleuring, een donker vlekje of schaduw op je tand. Maar ook dat is geen vaste regel. Niet elk vlekje is een gaatje, en niet elk gaatje verkleurt.

Twijfel je? Laat een tandarts kijken. Met röntgenfoto’s kunnen ze zaken opsporen die voor het blote oog onzichtbaar zijn. Hoe eerder je erbij bent, hoe kleiner de ingreep en hoe minder kans dat het groter wordt.

Plekken waar vaak gaatjes ontstaan

Niet elke plek in je mond is even kwetsbaar. Ze vormen zich vooral daar waar tandplak makkelijk blijft zitten en moeilijk weg te krijgen is. En dat zijn er een paar.

Kauwoppervlak

Dieper gelegen groeven op de bovenkant van kiezen zijn de perfecte schuilplek voor bacteriën. Hier blijft voedselresten en plak het langst hangen. Kinderen en jongeren lopen hier vaak als eerste risico op hun blijvende kiezen.

Tussen de tanden of kiezen

Hier zie je niets, en een gewone tandenborstel doet weinig. Als je geen flosdraad of ragers gebruikt, hopen bacteriën zich stilletjes op. Voor je het weet zit er een eentje verscholen tussen twee tanden—en dan zit je vaak meteen bij een groter probleem, omdat ook aangrenzende tanden geïnfecteerd kunnen raken.

Worteloppervlak

Zodra het tandvlees zich terugtrekt, komt een deel van de tandwortel bloot te liggen. En dat worteloppervlak is kwetsbaar. Problemen ontstaan hier sneller, vooral bij ouderen of mensen met tandvleesproblemen. Je merkt het vaak pas laat, want wortelcariës ontwikkelt zich langzaam en pijnloos. Tot het misgaat.

Het herkennen van een gaatje

Soms voel je het pas als het probleem al dieper zit. Andere keren laat het wél van zich horen, al zijn de signalen subtiel. Goed letten op de kleine veranderingen in kan dus het verschil maken.

Gaatje in kies of tand herkennen

Een zeurend gevoel bij het kauwen. Gevoeligheid bij koude drankjes of warm voedsel. Een kort prikje bij iets zoets. Het zijn signalen die kunnen wijzen op een beginnend gaatje. Soms voel je een scherp randje met je tong of merk je dat er iets blijft hangen op dezelfde plek. En af en toe zie je een donkere verkleuring, al betekent dat niet automatisch dat je een gaatje hebt. Omgekeerd kan een ogenschijnlijk gave kies wél een diep liggend probleem verbergen. Wachten tot het pijn doet? Geen goed idee.

Gaatjes in tanden en kiezen herkennen

De symptomen verschillen per plek. Een gaatje op het kauwvlak kan zich verraden door gevoeligheid bij bijten. Tussen de tanden merk je het vaak later, pas als de schade groter wordt. En bij een gaatje op de wortel voel je zelden iets, tot het tandvlees geïrriteerd raakt of een ontsteking ontstaat.

Een slechte adem en vieze smaak in de mond

Soms geeft een gaatje geen pijn, maar wel geur. Bacteriën nestelen zich in de open ruimte en produceren zwavelverbindingen. Gevolg: een aanhoudend slechte adem, of een rare, bittere smaak achterin. Niet iedereen legt meteen het verband met een gaatje, maar het is een signaal dat je niet zomaar moet negeren.

Wanneer je niets tegen gaatjes doet

Gaatjes gaan niet vanzelf weg, het is belangrijk om ze tijdig te laten behandelen. Ze worden groter, dringen dieper door in het tandbeen en kunnen uiteindelijk de zenuw bereiken. Dan krijg je te maken met heftige kiespijn, een ontsteking of zelfs een wortelkanaalbehandeling. Soms leidt het tot het verlies van de tand. En dat is zonde, want een kleine vulling had het kunnen voorkomen. Afwachten kost zelden minder.

Zo ontstaat tandbederf

mondhygiene denturgent gent

Alles begint met bacteriën. Die zetten suikers uit eten en drinken om in zuren. En die zuren tasten het tandglazuur aan. Deze zuren kunnen het gebit aantasten, wat leidt tot kleine beschadigingen. Als dit te vaak gebeurt en je gebit krijgt onvoldoende tijd om te genezen, ontstaan er kleine beschadigingen. Eerst oppervlakkig, daarna dieper. En voor je het weet zit er een echt gaatje (cariës).

Je merkt het vaak pas als het glazuur doorbroken is en de bacteriën zich een weg banen richting tandbeen. Hoe snel dat gaat, hangt af van meerdere factoren.

Het ontstaan

De grootste boosdoener is suiker. Niet per se de hoeveelheid, maar hoe vaak je iets zoets eet of drinkt. Elke keer dat je tanden en kiezen in contact komt met suiker, volgt er een zuuraanval. Frisdank, fruitsappen, koekjes, brood, zelfs gezonde snacks zoals gedroogd fruit—ze kunnen allemaal bijdragen.

Andere oorzaken zijn slechte mondhygiëne, te weinig fluoride of speeksel dat niet goed werkt. Ook bepaalde medicatie, een droge mond of mondademhaling kunnen de balans verstoren.

Risicofactoren

Iedereen kan een gaatje krijgen, maar sommigen lopen meer risico. Denk aan mensen met beugels, kronen of moeilijk bereikbare plekjes in het gebit waar tandplak zich op de tanden aanwezig ophoopt. Ook kinderen en ouderen zijn extra gevoelig, elk om hun eigen reden. Kinderen omdat ze nog leren tandenpoetsen, ouderen door teruggetrokken tandvlees of minder speekselproductie.

En dan zijn er gewoontes: vaak snacken, niet goed spoelen na het eten, onregelmatige mondhygëne. Wie hier onvoldoende aandacht aan besteedt, loopt meer kans op gaatjes—ook als je denkt dat je verder wel “redelijk goed” poetst.

De snelheid van ontwikkeling

Sommige gaatjes ontwikkelen zich over maanden, andere in een paar weken. Alles hangt af van hoe zuur je mondmilieu is, hoe vaak je eetmomenten hebt, en hoe goed je reinigt.

Een goede mondverzorging draagt bij tot het tijdelijk stoppen of vertragen van de schade. Maar als de balans doorslaat naar zuur en plak, gaat het snel. Vooral bij jonge kinderen en mensen met weinig speeksel kan het tempo verraderlijk hoog liggen. Eén gemiste controle of een paar maanden slordig verzorgen van je gebit kunnen genoeg zijn.

Behandeling van een gaatje

Hoe eerder je erbij bent, hoe kleiner de behandeling. En hoe groter de kans dat je je tand kunt behouden zonder ingewikkelde ingrepen. Wacht je te lang dan kan het gaatje groter worden, dus ook de behandeling.

Vullen is in veel gevallen de meest logische en doeltreffende oplossing. Zorg daarom ook zeker voor een regelmatige controle bij je mondhygiënist.

Gaatje laten vullen bij de tandarts

Zodra de tandarts een gaatje vaststelt, volgt meestal snel een behandelvoorstel. Is het echt nog heel oppervlakkig, dan kan soms intensievere fluoridebehandeling volstaan. Maar als het glazuur al is doorbroken, is vullen de beste optie. De tandarts verwijdert het aangetaste deel van de tand en herstelt de plek met een vulling. Snel, effectief en meestal binnen één afspraak geregeld.

Wat ook meespeelt, hoe diep het gaatje zit en of het op een zichtbare plek zit. Sommige mensen kiezen bij voortanden voor een tandkleurige composietvulling, terwijl er bij kiezen minder naar de kleur wordt gekeken. De tandarts zal je altijd informeren over de mogelijkheden, maar de aanpak blijft in de basis hetzelfde.

Het vullen van een gaatje

De behandeling begint met verdoving, tenzij het gaatje echt klein is en je nergens last van hebt. Daarna verwijdert de tandarts zorgvuldig het beschadigde tandweefsel met een boortje. Wat overblijft, is een schone, droge holte die wordt opgevuld met composiet of een ander vulmateriaal. Het vullen van een gaatje gebeurt door het materiaal in laagjes aan te brengen en uit te harden met een speciale lamp. Tot slot wordt de vulling netjes glad gemaakt en gepolijst.

Het hele proces duurt vaak minder dan een halfuur. Je kunt daarna gewoon weer eten en drinken, al voelt je tand soms nog een paar dagen gevoelig. Dat is normaal. Verdwijnt die gevoeligheid niet, of wordt het erger? Dan is een extra controle verstandig.

De behandeling stap voor stap

Het vullen van een gaatje klinkt spannender dan het meestal is. De tandarts begint met een verdoving als dat nodig is. Daarna wordt het aangetaste deel van de tand of kies voorzichtig weggehaald.

Zodra het gaatje schoon is, wordt de ruimte opgevuld met een vulling—meestal composiet, een materiaal dat eruitziet als je eigen tand. Na uitharding wordt alles glad gepolijst. Je loopt dus naar buiten met een tand die er weer uitziet én voelt als voorheen. Soms moet je even wennen aan het gevoel, maar dat trekt meestal snel weg.

Voorkomen van gaatjes

mondhygiene denturgent gent

Een gaatje laten vullen is één ding. Voorkomen dat je er überhaupt een krijgt? Beter. Veel beter. Want hoe klein of groot de behandeling ook is, je eigen mondhygiëne blijft de eerste verdedigingslinie. Gaatjes ontstaan niet in één dag. Ze hebben tijd, suikers en bacteriën nodig. En jij hebt alle middelen in handen om ze die kans niet te geven.

Hoe voorkom je gaatjes?

Begin met regelmaat. Houd je gebit goed schoon en poets twee keer per dag. Minstens twee minuten. Niet slordig of gehaast, maar grondig, tot op de tanden en kiezen.

Gebruik een zachte tandenborstel met fluoride houdende tandpasta en gebruik dagelijks flosdraad, tandenstokers of ragers om tussen de tanden schoon te maken. Vermijd suikerrijke tussendoortjes of zuren in zitten. Je hoeft geen heilige te worden, maar minder vaak snacken maakt al verschil. En vergeet niet: na het eten heeft je speeksel tijd nodig om je tanden te neutraliseren. Meteen daarna poetsen is dus niet altijd een goed idee.

Mondhygiëne tips

  • Poets met een zachte borstel en vervang die om de drie maanden.

  • Gebruik fluoridetandpasta. Zonder twijfel.

  • Flossen, ragers of stokers: kies wat bij jou past, maar gebruik ze elke dag.

  • Spoel niet met water na het poetsen, laat de tandpasta z’n werk doen.

  • Drink water tussen maaltijden door om je mond schoon te houden.

  • Kauwgom zonder suiker stimuleert speeksel. Handig na een maaltijd.

  • Ga minstens één keer per jaar naar de tandarts of mondhygiënist. Ook als je denkt dat alles goed zit.

Met deze basis verklein je de kans op gaatjes aanzienlijk. Niet alles kun je zelf controleren, maar dit wél.

Voeding en suikerinname

Gaatjes houden van suikerhoudende voeding. Niet omdat ze zelf een zoetekauw zijn, maar omdat de bacteriën in tandplak suiker omzetten in zuren. En die zuren tasten je glazuur aan. Hoe vaker je eet—vooral zoete of kleverige snacks—hoe meer zuuraanvallen je tanden te verduren krijgen. Het gaat niet alleen om hoeveel suiker je binnenkrijgt, maar ook om wanneer en hoe vaak. Een snoepje tussendoor is schadelijker dan hetzelfde snoepje bij een maaltijd, omdat je speeksel dan minder kans krijgt om je mond te neutraliseren.

Het gaat dus niet om alles schrappen, maar om slim kiezen. Water in plaats van frisdrank. Iets hartigs in plaats van iets plakkerigs. En tussendoortjes beperken waar mogelijk.

Fluoridegebruik

Fluoride versterkt je glazuur. Het maakt je tanden minder gevoelig voor zuur en helpt bij het stabiliseren van beginnende glazuurschade. Poets daarom altijd met een tandpasta die fluoride bevat. Voor de meeste volwassenen is standaard tandpasta voldoende. Voor wie meer risico loopt, bijvoorbeeld door een droge mond of eerdere problemen, kan de tandarts een extra fluorideproduct aanbevelen, zoals een gel of mondspoeling.

Wat je beter niet doet: overdrijven. Meer reinigen betekent niet automatisch meer bescherming. Houd het gewoon bij twee keer per dag poetsen, met de juiste hoeveelheid tandpasta.

Regelmatig tandartsbezoek

Zelf zie je lang niet alles. Een beginnend gaatje voel je vaak niet, en zonder röntgenfoto blijft het simpelweg onopgemerkt. Door regelmatig naar de tandarts te gaan, worden problemen op tijd ontdekt—en dat scheelt uiteindelijk veel gedoe. Een mondhygiënist controleert je mond op mogelijke mondproblemen zoals gaatjes, wat cruciaal is om ernstige tandheelkundige problemen en pijn te voorkomen. Je voorkomt niet alleen grotere ingrepen, maar behoudt ook meer van je eigen tandweefsel.

Een controle hoeft niet elke maand. Voor de meeste mensen is twee keer per jaar genoeg. Je tandarts kijkt dan niet alleen naar gaatjes, maar ook naar de algehele conditie van je gebit en tandvlees. Kort bezoek, grote impact.

Veelgestelde vragen over gaatjes

Wat te doen bij een gaatje in de tand?

Laat er snel naar kijken. Ook als het gaatje nog geen pijn doet, is het belangrijk om niet te wachten. Een tandarts beoordeelt hoe ver het gaatje is en of er meteen gevuld moet worden. In sommige gevallen kan een beginstadium nog gestopt worden met goede mondzorg en de juiste producten, maar dat werkt alleen als je er op tijd bij bent. Zelf dokteren is geen optie, vooral niet bij vergevorderde cariës, omdat dit kan leiden tot pijn bij het drinken van warme of koude dranken, slechte adem en gevoelige tanden.

Een beginnend gaatje zie je vaak door kleine signalen: gevoeligheid bij koud of zoet, een zeurend gevoel of zelfs een vieze smaak in je mond. Soms zie je een donker vlekje of voel je met je tong een klein putje. Maar let op: veel gaatjes geven pas laat klachten. Daarom is regelmatig naar de tandarts gaan belangrijk—ook als je niks voelt.

Niet als er al echt schade is. Een beginnend plekje in het glazuur kan soms nog gestabiliseerd worden met goede mondhygiëne en fluoride. Maar zodra het glazuur is doorbroken en het tandbeen bereikt is, herstelt de tand zich niet meer uit zichzelf. Dan is een vulling nodig om verdere schade te voorkomen.

Nee. Een gaatje groeit meestal langzaam verder als je er niets aan laat doen. Wat klein begon, kan uiteindelijk leiden tot pijn, ontstekingen of tandverlies. Afwachten maakt het niet beter—wel duurder en lastiger om te behandelen. Dus: beter vroeg erbij dan te laat.

De kostprijs voor het vullen van een gaatje hangt af van verschillende factoren, zoals de grootte van het gaatje, het type vulling en de complexiteit van de behandeling. Tijdens een consultatie kan de tandarts dit beoordelen en je hierover duidelijk informeren.

Meestal niet. Dankzij goede verdoving voel je tijdens de behandeling niets tot nauwelijks iets. Sommige mensen ervaren lichte druk of een wat vreemd geluid, maar pijn? Die blijft in de meeste gevallen uit. Heb je geen verdoving nodig—bij een heel klein oppervlakkig gaatje bijvoorbeeld—dan kan het gevoeliger zijn en kan je wat napijn ervaren, maar het blijft steeds goed te doen. En eerlijk is eerlijk: een klein ongemak nu voorkomt een veel grotere pijn later.

Dan blijft het niet bij een gaatje. Het wordt groter, dieper, en bereikt op een bepaald moment de zenuw van de tand. Het gevolg: een zenuwontsteking, hevige kiespijn of zelfs een dikke wang. In dat stadium is een simpele vulling niet meer genoeg. Je belandt dan vaak bij een wortelkanaalbehandeling of, in het slechtste geval, het trekken van de tand. Ook kun je te maken krijgen met ontstekingen die verder reiken dan je mond. Een niet-behandeld gaatje is dus niet alleen een lokaal probleem. Het negeren kost uiteindelijk meer—aan geld én aan comfort.

Lees ook andere blogs

Andere artikelen